Siergrassen

Siergrassen geven een tuin een natuurlijke uitstraling. Het is leuk om ze te zien wuiven in de wind. Ook geven ze groene rustpunten tussen de bloemen. Alleen maar voordelen dus. Ik ben er ook aan verslingerd geraakt. Wel is het van belang goed na te denken hoe je ze toe wilt passen. De mooiste geslachten, de Pennisetums (lampepoetsergras), de Panicums (sierhaver) en de Miscanthussen (prachtriet), verwennen ons met prachtige halmen in de nazomer en herfst, maar ze lopen pas laat in het voorjaar uit. Combineer ze dus met voorjaarsbloeiers, zoals bollen, waarvan het niet erg is dat ze in de loop van de zomer onder de pol van het gras verdwijnen, want anders kijk je de helft van het voorjaar tegen kale stoppels aan. Hoge grassen hebben in de tuin hetzelfde effect als struiken: ze geven hoogte aan de beplanting.

Zijborder met grassen en vuurpijlen

Siergrassen zijn heel makkelijk in het onderhoud. Het enige wat je moet doen is vroeg in het voorjaar het oude blad en de halmen afknippen. Bij de soorten die vroeg uitlopen, zoals de Calamagrostissen (struisriet) , moet je daar goed op letten, want als je te laat bent knip je het nieuwe loof ook af.

Luzula nivea

Er zijn ook leuke geslachten, die de hele winter groen blijven, zoals Carex (zegge) en Luzula (veldbies)

Briza media ‘Limouzi’
Siergrassen in november